Split (Arne)

Het spel is vrij eenvoudig, al is het wel aan te raden om het meerdere keren te spelen. Je speelt met een stapel kaarten, geschud, vanwaar iedere speler 7 kaarten krijgt. De startspeler legt zijn laagste en hoogste kaarten op tafel, met wat ruimte ertussen. De speler links daarvan legt er een kaart tussen, en de speler erna legt deze op een van de twee stapels. Het gat wordt daarmee lichtelijk of drastisch kleiner. Zie foto 2.

Dit gaat zo door. Iedere keer legt een speler een kaart van een ander op een van de twee stapels, en legt zelf een kaart in het midden. Dit gaat door totdat de kaarten op zijn bij iemand, en daarmee uit is, en dus ook gewonnen heeft. Als iemand geen kaart tussen de twee getallen in kan leggen, kan deze het spel resetten. De kaarten in het midden verdwijnen naar een aflegstapel, en van de afneemstapel worden 3 kaarten gepakt. De resetter legt nu de laagste en de hoogste kaart neer van zijn hand(incl. de 3 nieuwe kaarten), en de volgende speler legt een kaart in het midden. De resetter neemt dus in feite 1 extra kaart omdat hij/zij niet kan. Je kan ook resetten als je dat wilt, ook al kun je wel.

Foto 4: met een joker achter de hand, zijn alleen de 23 en de 8 nog haalbaar. Voor nu.

Dan zijn er de jokers(getallen 0, 1, 99, 100, en alle getallen eindigend op 0). Deze tellen wel als de getallen, maar kunnen op zowel de lage als de hoge stapel komen, welk getal er ook onder ligt. Dit kan helpen om niet te resetten, maar je mag deze kaart absoluut niet als laatste kaart spelen. Verder verandert de spelrichting elke keer dat een joker gespeeld wordt.
Iemand pesten/dwars zitten doe je, net zoals bij andere spelletjes, gewoon door kaarten op te leggen die het voor anderen onmogelijk maakt om op te leggen, en hun forceert om te resetten. Tenzij ze een joker hebben. het kan voordelig zijn om het gat drastisch kleiner te maken, door een gewone kaart op te leggen die maar op één enkele manier neergelegd kan worden.